Innovatie en aanbesteden
De Europese Commissie publiceerde in 2018 een “Mededeling van de Commissie – Richtsnoeren inzake innovatiegericht aanbesteden”. Hierin wordt aangegeven dat ‘overheidsinkopers’ risico-avers zijn doch ook dat zij veel voordeel zouden kunnen halen bij de keuze voor innovatie. De ‘richtsnoeren’ geven aan te willen bijdragen tot het opzetten van beleidskaders rond innovatief aanbesteden (“het vereist een cultuuromslag”). Er wordt een link gemaakt met andere doelen zoals klimaat en duurzaamheid en er worden vele praktijkvoorbeelden gegeven uit de verschillende EU landen. Aandacht wordt gegeven aan gedragsprikkels/incentives zoals de nationale prijzen voor innovatiegerichte aanbesteding (bv. in Duitsland) alsook de mogelijkheid tot het hanteren van een lager btw-tarief, Horizon 2020 steun ea. Verder wordt ook de link gemaakt met openstellen van overheidsopdrachten voor kmo’s en startende ondernemingen (beperken van de financiële garanties en administratieve lasten, innovatiemakelaars, opdeling in kavels etc.).
Ook de Vlaamse overheid geeft aan expliciet in te zetten op ‘innovatievriendelijke aanbestedingsprocedures’ (zie bijvoorbeeld de website innovatieveoverheidsopdrachten.be).
De figuur van het innovatiepartnerschap past binnen dit groter kader tot innovatief aanbesteden. IPS is opgenomen in de Europese Richtlijn uit 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten (art. 31 van RL 2014/24/EU). IPS werd geïmplementeerd in het Belgisch recht in artikel .40 van de wet van 17 januari 2016 inzake overheidsopdrachten (hierna “Overheidsopdrachtenwet”). De figuur wordt tot nu toe echter weinig of niet gehanteerd in dit land.
Wat is het innovatiepartnerschap?
In het omvangrijke art. 40 van de Overheidsopdrachtenwet wordt melding gemaakt van een behoefte “aan innovatieve producten, diensten of werken, en dat met de aanschaf van reeds op de markt beschikbare producten, diensten of werken niet in die behoefte kan worden voorzien”. Onder § 2 van dit artikel valt onder andere te lezen: “Het innovatiepartnerschap wordt gestructureerd in opeenvolgende fasen die de reeks stappen in het onderzoeks- en innovatieproces volgen, hetgeen de fabricage van goederen, de verlening van diensten of de voltooiing van werken kan omvatten.”. Een regeling omtrent intellectuele rechten is een wettelijk vereist onderdeel van de opdrachtdocumenten (art. 40, §5, laatste lid Wet overheidsopdrachten).
In het eerder aangehaalde Commissiedocument staat te lezen: “Het belangrijkste kenmerk van een innovatiepartnerschap is dat de innovatie ontstaat gedurende de uitvoering van de opdracht.” De aanbesteder gaat een overeenkomst aan “met de beste potentiële aanbieder(s) van innovaties. In deze procedure “moet men goed kijken naar de EU-staatssteunregels en -beginselen”, aldus de Commissie.
Op de website innovatieveopdrachten.be van de Vlaamse overheid wordt het innovatiepartnerschap aangeduid als een procedure met twee luiken: ‘de ontwikkeling van de oplossing en de aankoop ervan’, waarbij het eerste luik, de ontwikkeling van de oplossing, ‘per definitie precommerciaal van aard’ is.
Wordt deze figuur gebruikt?
In Nederland wordt IPS de laatste paar jaar effectief ingezet. Twee actuele voorbeelden uit de bouwsector zijn het vervangen van de kademuren in de Amsterdamse binnenstad en versterking van de 55 kilometer lange Lekdijk, onderdeel van een nog veel groter dijkversterkingsproject. De keuze voor IPS lijkt te vallen wanneer men een uitzonderlijk groot en complex project aanvat, wanneer men ambitieuze klimaatdoelstellingen wil halen, vaak door alomvattende technologische vernieuwing, en/of wanneer men dreigt geconfronteerd te worden met grote dagelijkse lasten voor de burger (bv. vervanging kademuren in drukke binnenstad). Ook voor een uitdagend project rond de modernisering van de zorg wordt IPS door Nederlandse aanbesteders aangewend (Flevoziekenhuis). Ook elders in de EU lijkt de figuur gebruikt te worden, bv. een Deens project van enkele gemeenten rond uitdrogingsproblemen bij 65-plussers.
In België is het gebruik van IPS voorlopig beperkt. Het enige voorbeeld dat we konden terugvinden is de ‘Gentse Zuidmozaïek’. Lang de zuidrand van de stad Gent is veel bedrijvigheid te vinden zoals de Ghelamco Arena (in hoofdzaak het stadion van voetbalclub KAA Gent), de technologiecampus van de Universiteit Gent, het UZ Gent, Axxess Business Park Merelbeke en het grote project ‘The Loop’ nabij Flanders Expo. Voor dit gebied in ontwikkeling wilde de stad in 2018 een partner vinden die “het mobiliteitsmanagement op een overkoepelend niveau kan invullen en coördineren.” De stad koos voor het innovatiepartnerschap en publiceerde een bestek:
“De Stad is op zoek naar een partner die ten Zuiden van Gent (+/- 17-tal bedrijfssites) het mobiliteitsmanagement op een overkoepelend niveau kan invullen en coördineren, de noodzakelijke ondersteuning kan bieden aan bedrijven bij het uitwerken van een intern mobiliteitsbeleid en een ontzorgende rol kan opnemen ten aanzien van de betrokken bedrijven door concrete duurzame mobiliteitsoplossingen aan te bieden. Omdat de dienstverlening die de Stad voor ogen heeft niet zo maar beschikbaar is op de markt, zoekt de Stad een partner die met haar en in nauwe samenwerking met de bedrijven een pilootproject wil doorlopen dat maximaal tot 31 december 2021 duurt in de vorm van een innovatiepartnerschap. Bedoeling is dat de bedrijven cofinancieren.”[1]
Het project is van start gegaan in oktober 2018 onder de naam Spits. De Stad Gent werkt samen met een groep van experten geleid door het adviesbureau Traject. De eerste fase van het project was een analysefase tot ongeveer april 2019, daarin was men “bezig met het analyseren van de beschikbare data, het werkingsgebied in kaart te brengen, opportuniteiten en uitdagingen analyseren en hun organisatie op punt te zetten.”. De tweede fase, de operationele fase, is het aanbieden van mobiliteitsoplossingen aan de bedrijven in het gebied. Vele belanghebbenden zijn bij het project betrokken: werknemers, bedrijven, voka, De Lijn, nmbs ea.[2]
Evaluatie en opvolging door de overheden
De implementatie van het innovatiepartnerschap lijkt vaak nog vragen op te roepen bij overheden. In het “Toezichtrapport inzake de overheidsopdrachten en de concessies België 2018” (kennelijk het enige zulke rapport tot nu toe) werden er “onduidelijkheden omtrent het innovatiepartnerschap” gesignaleerd (p. 18 van het rapport).[3] In Nederland bracht het expertisecentrum voor aanbesteden Pianoo (behorende tot het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken) samen met de Rijkswaterstaat een rapport uit genaamd “Innovatiepartnerschap in praktijk”. In dit document dd. januari 2019 wordt aangegeven dat kiezen voor IPS een pioniersweg is, maar dat het kan. Het document bevat voorbeelden, ‘lessen’ en tips. Er wordt ook aangegeven dat Nederland samen met Estland en Finland het meeste toepassing maakt van deze figuur. Recent nog gaf de Europese Commissie enkele ‘webinars’ over IPS namelijk “Laying down the foundations of an innovation partnership” (1 december 2020) en “From negotiation to execution of an innovation partnership” (1 februari 2021).
Besluit
De figuur IPS is nog enigszins jong zo lijkt het, maar IPS is zeker geen dode letter. Er zijn voorbeelden en hulpbronnen voorhanden. Het Amsterdamse scholenproject op Strandeiland is ambitieus, maar het is zeker niet het eerste IPS – project in Nederland. In België is de figuur nog maar weinig gezien. Het Gentse project Spits is een uitzondering. Dit kan te wijten zijn aan onzekerheid over het gebruik van een nieuwe figuur. De Europese Commissie zet ook in 2021 in op het bekendmaken van deze figuur en de concrete implementatie ervan.