Bijkomende rapporteringsverplichting voor overheidsopdrachten.

Er gelden sinds 1 januari 2025 twee bijkomende rapporteringsverplichtingen tegen 15 februari.

Ten eerste moeten aanbesteders aan de federale overheid de totale waarde van opdrachten met een beperkte waarde dan wel een gegunde waarde van minstens 3.000 euro exclusief BTW overmaken op uiterlijk 15 februari van elk jaar.  Deze verplichting wordt ingeroepen, omdat voor deze opdrachten de plicht tot bekendmaking, gewaarborgd in het nieuwe artikel 165, §2 Wet Overheidsopdrachten, niet geldt. Bij deze bekendmaking moet een opsplitsing gemaakt worden tussen opdrachten voor werken, leveringen en diensten enerzijds en per begunstigde onderneming anderzijds. Indien deze laatste opsplitsing niet mogelijk is wegens meerdere begunstigde onderneming, moet de aanbesteder dit melden. De ratio legis van deze wijziging is het beter informeren van KMO’s over deze kleinere overheidsopdrachten en hen hiertoe een betere toegang te verschaffen.

Ten tweede moet de aanbesteder  via voormeld meldpunt de totale waarde overmaken van de individuele opdrachten die gegund werden op grond van lopende raamovereenkomsten gedurende het voorafgaande jaar. Ook hier wordt er een opsplitsing verwacht per begunstigde onderneming naargelang de opdrachten voor werken, diensten of leveringen zijn. Dit brengt dus een grote verandering in het vroegere systeem, waar de aanbesteder niet gehouden was tot een rapportering over de individuele opdrachten gebaseerd op een raamovereenkomst.

Belangrijk is dat er geen sanctie bepaald werd in voornoemd wetsartikel. De overheid vertrouwt dus op de goodwill van de aanbesteders. Dit heeft vanzelfsprekend een effect op het representatief karakter