Grondwettelijk Hof aanvaardt bijzondere machten in geval van crisissituaties.

De Waalse decreetgever had naar aanleiding van de overstromingen in juli 2021 aan de Waalse Regering een uitgebreide machtiging verleend in het decreet van 3 februari 2022 om voor de getroffen inwoners (residentiële afnemers)  het recht op energie te waarborgen in het kader van toekomstige crisissen door afwijkingen op het Waals elektriciteits- en gasdecreet door de Waalse regering toe te laten.

De vzw « Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven » (FEBEG) vordert de vernietiging van die machtiging. Volgens FEBEG verbiedt het wettigheidsbeginsel van artikel 23 van de Grondwet de decreetgever om aan de Regering uitgebreide bevoegdheden toe te kennen vooruitlopend op een toekomstige crisis. Daarnaast zou het kader van de machtiging niet voldoende zijn vastgesteld en zou die machtiging buitensporig zijn.

Het Grondwettelijk Hof volgt de redenering van FEBEG niet. Het Grondwettelijk Hof vertrekt hierbij van artikel 23 van de Grondwet, zijnde het recht op behoorlijke huisvesting. Dit artikel belet niet dat er hiervoor door de decreetgever een bijzondere machtiging wordt verstrekt aan de regering.

Het Grondwettelijk Hof toetst vervolgens de machtiging aan zijn klassieke rechtspraak met betrekking tot bijzondere machten én gaat na of de voorwaarden daartoe vervuld zijn:

  • Er moet sprake zijn van een uitdrukkelijke en ondubbelzinnige machtiging;
  • Deze machiging mag enkel gelden in uitzonderlijke omstandigheden;
  • De maatregelen moeten verantwoord en evenredig zijn in het licht van de omstandigheden en de duur ervan moet beperkt zijn;
  • De genomen maatregelen bij besluit van de Waalse regering moeten binnen een redelijke termijn bekrachtigd worden door de decreetgever.

Het Grondwettelijk Hof stelt vast dat de decreetsbepaling (nieuw artikel 76) voldoet aan deze voorwaarden.

 

 

Documenten

Gallerij