Grondwettelijk Hof vernietigt soepelere regeling voor landschappelijk waardevol agrarisch gebied

In meerdere arresten interpreteerden de Raad van State en de Raad voor Vergunningsbetwistingen de overdruk ‘landschappelijk waardevol’ in het oorspronkelijk gewestplan, op een zeer terughoudende wijze. Het oorspronkelijke gewestplanvoorschrift staat bebouwing in deze gebieden nochtans toe, mits ze de ‘schoonheid van het landschap niet in gevaar brengen’. Artikel 94 van de Codextrein versoepdelde deze regeling en stelde dat in ‘landschappelijk waardevol agrarisch gebied’ wel bebouwing mogelijk is, op voorwaarde dat het aangevraagde landschappelijk inpasbaar is in het gebied. (artikel 5.7.1 VCRO).

Bij arrest nr. 145/2019 dd. 17 oktober 2019 heeft het Grondwettelijk Hof deze regeling vernietigd.

Het Hof treedt het standpunt dat de bestreden regeling het gewestplanvoorschrift voor ‘landschappelijk waardevol’ gebied niet wijzigt maar slechts verduidelijkt, niet bij. Het Hof spreekt de vernietiging uit op basis van een verschil in behandeling op het vlak van de inspraakmogelijkheden voor het publiek.

Deze vernietiging heeft tot gevolg dat voor de beoordeling van, vergunningsaanvragen voor handelingen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, moet worden teruggevallen op het oorspronkelijke gewestplanvoorschrift.