Auteur Jan Vermander wordt vanuit zijn functie als inspecteur-generaal van financiën op regelmatige tijdstippen geconfronteerd met de plaatsingsprocedures inzake overheidsopdrachten. Hij moet immers advies verstrekken over de rechtmatigheid van de gevoerde procedures die hem voorgelegd worden.
In 1997 nam hij reeds de handschoen op om te trachten het complexe overheidsopdrachtenrecht samen te vatten in een overzichtelijk en praktisch handboek. Zijn doelstelling bestond er in om ambtenaren en andere beoefenaars van het overheidsopdrachtenrecht een juridische houvast te bieden bij het voeren van plaatsingsprocedures. Hij vond immers terecht dat het overheidsopdrachtenrecht niet enkel beschreven mocht worden in dikke commentaren die alles behalve praktisch waren.
De juridische leidraad 2.0 beschrijft op een glasheldere wijze het overheidsopdrachtenrecht. De auteur heeft tevens in deze nieuwe versie de rechtspraak van het Hof van Justitie en de Raad van State duidelijk geïntegreerd. Het aantal verwijzingen naar rechtspraak blijft beperkt zodat het geheel goed leesbaar blijft. In tegenstelling tot in de eerste versie worden de basisarresten nu wel vermeld. Hierdoor krijgt dit boek nog een extra dimensie.
Het boek van Jan Vermander is een must voor elke beoefenaar van het overheidsopdrachtenrecht. In dit boek vindt de lezer immers de regel uitgelegd. De regel duidelijk doch juridisch correct formuleren, vraagt moed van de auteur. Hierin is dit boek uniek. De regels primeren én niet de uitzonderingen. Wie deze basisregels goed volgt én het boek als een juridisch kompas hanteert, zal nauwelijks verkeerd lopen. Wie zich daarentegen onmiddellijk laat meesleuren door de overdetaillering in allerlei andere handboeken en publicaties, verdwaalt in een juridisch oerwoud.
We kunnen enkel maar hopen dat op regelmatige tijdstippen een update van het boek verschijnt waarbij trouw gebleven wordt aan de initiële doelstelling.
De indeling van het boek ziet er uit als volgt:
DEEL I
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten
Het KB van 18 april 2017 inzake plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren
Hoofdstuk I
Regelgevend kader
Hoofdstuk II
Lexicon overheidsopdrachtenwetgeving
Hoofdstuk III
Aanbestedende overheden
Hoofdstuk IV
Een opdracht van werken, van leveringen of van diensten
Hoofdstuk V
Overheidsopdrachten versus subsidies
Hoofdstuk VI
Algemene beginselen van de wetgeving
Hoofdstuk VII
De plaatsingsprocedures
Hoofdstuk VIII
Technieken en instrumenten voor elektronische en samengestelde opdrachten
Hoofdstuk IX
De voorbereiding van de opdracht
Hoofdstuk X
De bekendmaking van een opdracht
Hoofdstuk XI
De ramingsregels ter bepaling van de publicatiedrempels
Hoofdstuk XII
Indieningsmodaliteiten van de aanvraag tot deelneming of van de offerte
Hoofdstuk XIII
Onderzoek van de uitsluitingsgronden en toetsing aan de selectiecriteria
Hoofdstuk XIV
De gunning van de opdracht
Hoofdstuk XV
Sociale en andere specifieke diensten
Hoofdstuk XVI
Voorbehouden opdrachten voor bepaalde diensten
Hoofdstuk XVII
De prijsvaststelling en de prijsbestanddelen
Hoofdstuk XVIII
Verbetering door de aanbestedende overheid van rekenfouten en materiële fouten en het prijsonderzoek
Hoofdstuk XIX
Regels van toepassing op handtekeningen en op de communicatiemiddelen
Hoofdstuk XX
Het regelmatigheidsonderzoek van de offerte
Hoofdstuk XXI
Melding van fouten door de inschrijver – vaststelling van leemten
DEEL II
KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van overheidsopdrachten
Hoofdstuk I
Toepassingsgebied en afwijkingen (artikel 5 e.v. KB uitvoering)
Hoofdstuk II
De leidend ambtenaar (artikel 11 KB uitvoering)
Hoofdstuk III
Onderaannemers
Hoofdstuk IV
De borgtocht
Hoofdstuk V
Wijzigingen van de opdracht (artikel 37 ev. KB uitvoering)
Hoofdstuk VI
Controle en toezicht op de opdracht
Hoofdstuk VII
Actiemiddelen van de aanbesteder
Hoofdstuk VIII
Specifieke bepalingen voor opdrachten van werken
Hoofdstuk IX
Specifieke bepalingen voor opdrachten van leveringen
Hoofdstuk X
Specifieke bepalingen voor opdrachten van diensten
DEEL III
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten (‘Rechtsbeschermingswet)
Hoofdstuk I
Opdrachten die de Europese drempels bereiken
Hoofdstuk II
Opdrachten die de Europese drempels niet bereiken
DEEL IV
De regelgeving inzake de erkenning van aannemers van werken
Hoofdstuk I
De wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers
Hoofdstuk II
Het KB van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van de wet van 20 maart 1991 houdende de regeling van de erkenning van aannemers van werken en het MB van 27 september 1991 tot nadere bepaling van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën en ondercategorieën met betrekking tot de erkenning van de aannemers