De wet van 22 december 2023 tot wijziging van de regelgeving inzake overheidsopdrachten teneinde de toegang van KMO’s tot die opdrachten te bevorderen gepubliceerd op 8 januari 2024.

Voorschotten

De wetgeving overheidsopdrachten heeft als principe dat er in beginsel enkel betaald wordt voor verstrekte en aanvaarde dienst. Voorschotten zijn niet mogelijk. Hierop bestaan er wel uitzonderingen zoals het betalen van vorderingsstaten bij overheidsopdrachten voor werken.

In deze nieuwe wet worden twee gevallen ingevoerd waarin sommige aanbesteders (Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen en de lokale overheidsinstanties en bovendien die aanbesteders wiens werkzaamheden hoofdzakelijk gefinancierd worden door één van de voornoemde aanbesteders en van wie het beheer aan hun toezicht onderworpen is)  verplicht worden een voorschot te betalen. Hiertoe worden de artikelen 12/1 tot 12/8 toegevoegd in de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

De eerste hypothese betreft de situatie waarin gebruik wordt gemaakt van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking. Doorgaans betreffen dit kleine opdrachten. De tweede hypothese betreft de situatie waarin de opdrachtnemer een KMO betreft in de zin van artikel 163, § 3, tweede lid (= de ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen euro of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen euro niet overschrijdt).  De wet overheidsopdrachten voorziet in het nieuwe artikel 12/1, derde lid,  in vijf uitzonderingen waarbij deze aanbesteders geen voorschot moeten betalen o.m. bij overheidsopdrachten die  betrekking hebben op het financieren als op het uitvoeren van werken en, in voorkomend geval, op elke dienstverlening in dat verband, huur, verzekeringen of korter zijn dan twee maanden.

Voor het bepalen van het bedrag van het voorschot is de referentiewaarde van belang. Het voorschot bedraagt maximaal 20%. Het voorschot wordt verrekend tijdens de uitvoering van de opdracht of bij de eindfactuur indien er geen tussentijdse betalingen voorzien zijn. Het bestek kan voorzien in een eigen regeling.

Voor raamovereenkomsten is de voorschotregeling niet van toepassing op de totaliteit van de raamovereenkomst, maar wel per bestelde opdracht binnen de raamovereenkomst.

Deze regeling trad in werking op 1 januari 2024.

Biedvergoeding

 In artikel 12/9 wordt de verplichting ingevoegd om te voorzien in een biedvergoeding wanneer de offerte vergezeld moet worden van monsters, maquettes, prototypes, tekeningen, andere grafische ontwerpen of enig ander ontwerp in de domeinen van de plastische kunsten, de muzikale kunsten, de cinematografische kunsten of de podiumkunsten. Deze wettelijke regeling geldt derhalve niet voor architectuuropdrachten.

De verplichting tot het betalen van een biedvergoeding geldt niet wanneer de aanbesteder gebruik maakt van de openbare procedure of van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking of oproep tot mededinging.

De aanbesteder kan in de opdrachtdocumenten opnemen dat er geen biedvergoeding wordt toegekend, of een kleiner bedrag, wanneer de offerte substantieel onregelmatig of onaanvaardbaar is. Bovendien is de biedvergoeding enkel verschuldigd aan de niet-weerhouden inschrijvers.

De voormelde wijzigingen omtrent de biedvergoeding zullen in werking treden op 1 februari 2024 voor de opdrachten die vanaf deze datum gelanceerd zullen worden.

 Individuele plaats in het voorlopig klassement

Het artikel 13 wordt eveneens gewijzigd. Wanneer de aanbesteders gebruik maken van een openbare of niet openbare procedure, onder de Europese drempel, en de prijs is het enige gunningscriterium, dan zullen ze onmiddellijk na de opening van de offertes aan de inschrijvers hun individuele plaats in het voorlopig klassement moeten meedelen. Het e-Procurement platform van de FOD BOSA zal de betreffende functionaliteit aanbieden (vanaf 1 juni 2024). Alleen de plaats in het voorlopig klassement wordt meegedeeld. De prijzen van de ingediende offertes én de namen van de ander inschrijvers worden niet meegedeeld. Op die manier wil de wetgever de inschrijver de mogelijkheid bieden om een inschatting op de toewijzing te kunnen maken én hiermee rekening te houden in de planning van de onderneming.

Deze verplichting tot doorgave van de individuele plaats in het klassement zal in werking treden op 1 juni 2024 voor de opdrachten die vanaf dat moment gelanceerd worden.

 

Gallerij