Prijs van 0 euro geen reden om offerte zonder meer af te wijzen ! prijsonderzoek vereist.

De vragen van de Sloveense  verwijzingsrechter luidden als volgt:

1. Is er sprake van een ‚overeenkomst onder bezwarende titel’ als bestanddeel van een overheidsopdracht in de zin van artikel 2, lid 1, punt 5, van richtlijn 2014/24, in het geval waarin de aanbestedende dienst geen enkele tegenprestatie hoeft te leveren, maar de ondernemer middels de uitvoering van de opdracht toegang tot een nieuwe markt en referenties verwerft?

2.  Kan of moet artikel 2, lid 1, punt 5, van richtlijn 2014/24 aldus worden uitgelegd dat dit een rechtsgrondslag vormt voor afwijzing van een offerte met een prijs van [nul euro]?”

Het vermelde art. 2, eerste lid, vijfde punt van de Richtlijn 2014/24 definieert overheidsopdrachten als „schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel die tussen één of meer ondernemers en één of meer aanbestedende diensten zijn gesloten en die betrekking hebben op de uitvoering van werken, de levering van producten of de verlening van diensten”.

Het Hof vermeldt deze definitie in zijn arrest, maar poneert dat deze bepaling uit de richtlijn in samenhang met andere artikelen de toepasselijkheid van de richtlijn bepaalt, namelijk voor overheidsopdrachten met een geraamde waarde boven een bepaalde drempel, en niet de rechtsgrondslag kan vormen voor het weren van een offerte van nul euro. Er moet echter, aldus het Hof, gekeken worden naar artikel 69 van richtlijn 2014/24. Dit artikel luidt bij lid 1:

De aanbestedende dienst verplicht ondernemers ertoe de in de inschrijving voorgestelde prijs of kosten nader toe te lichten wanneer de inschrijving in verhouding tot de werken, leveringen of diensten abnormaal laag lijkt te zijn.

Het hof zegt dat “een inschrijving niet automatisch kan worden afgewezen op de enkele grond dat de voorgestelde prijs nul euro bedraagt.” Hierbij verwijst het Hof naar de logica achter artikel 69.

Een prijsonderzoek is dus steeds nodig. Artikel 36 van het KB Plaatsing legt deze verplichting reeds op in het Belgich recht.

Foto : bron Hof van Justitie

Documenten