Raad van State herhaalt : prijsonderzoek verplicht bij overheidsopdrachten en neerslag moet terug te vinden zijn in het gunningsverslag

Zeven inschrijvers dienen een offerte in met betrekking tot bovenvermelde opdracht. De aanbestedende overheid voert een prijsonderzoek uit, besluit dat dat de prijzen niet abnormaal zijn en gunt uiteindelijk aan de bv Huur een Stuur.

In een enig middel voert Taxi Hendriks een schending aan van onder meer de motiveringsplicht. De Raad van State herinnert in haar beoordeling aan het principe inzake de formele motivering:

“De formele motivering van de bestreden beslissing moet, teneinde te voldoen aan de formele motiveringsverplichting de juridische en feitelijke overwegingen vermelden die aan de beslissing ten grondslag liggen; die motivering moet afdoende zijn teneinde de belanghebbende in staat te stellen terdege te oordelen of het zin heeft zich tegen de beslissing te verweren met de middelen die het recht hem ter beschikking stelt.” In het kader van een prijsonderzoek betekent dat dat “in de gunningsbeslissing afdoende redenen moeten worden opgegeven waarom een gekozen offerte na prijsonderzoek regelmatig wordt bevonden.

In casu merkt de Raad op: “Nergens blijkt echter of het gaat om schijnbaar abnormale totaalprijzen en/of eenheidsprijzen, noch of de verzoeken tot prijsverantwoording en verstrekte prijsverantwoordingen betrekking hadden op schijnbaar abnormale totaalprijzen en/of eenheidsprijzen.” Op verdere argumenten vanwege de overheid over de ingediende prijsverantwoordingen en de deugdelijkheid van haar keuze, merkt de Raad op dat deze argumenten evenmin terug te vinden zijn in de beslissing of het gunningsverslag.

Met betrekking tot de door de gekozen inschrijver verstrekte prijsverantwoording en het argument op basis van artikel 10 wet 17 juni 2013 (niet openbaar maken en commerciële belangen) zegt de Raad:

“Hoewel in vele gevallen een samenvatting als inhoudelijke motivering lijkt te kunnen volstaan en aldus wordt vermeden dat vertrouwelijke bedrijfsinformatie op zichzelf moet worden onthuld in het kader van de formele motivering van bestuurshandelingen, ontbreekt te dezen echter ook een dergelijke samenvatting. Aldus lijkt de verzoekende partij op geen enkel wijze in de mogelijkheid te zijn geweest om de beoordeling ervan op haar waarde te schatten.”

Documenten