Raad van State schorst wegens onduidelijkheid over technische vereisten en minimale jaaromzet in bestek

Het Vlaamse Gewest schreeft een overheidsopdracht uit voor werken, getiteld “Duurzame onderhoudswerken in de maritieme toegangswegen”. Het bestek bij de opdracht bevat een selectievoorwaarde rond de economische en financiële draagkracht van de inschrijvers die inhoudt dat een inschrijver een minimum gemiddelde jaarlijkse omzet moet behalen van 180 miljoen euro exclusief btw uit een bepaald soort werken (maritieme baggerwerken – “baggerwerken uitgevoerd door sleephoppenzuigers op zee of getijdenrivier, met minstens drie meter getijverschil”).

In zijn beoordeling haalt de Raad van State het artikel 71 Overheidsopdrachtenwet aan dat stipuleert dat door de aanbestedende overheid aan inschrijvers selectiecriteria kunnen opgelegd, en dat in een tweede lid onder meer luidt:

Zij beperken deze voorwaarden tot die welke kunnen garanderen dat een kandidaat of inschrijver over de juridische en financiële middelen en de technische bekwaamheden en beroepsbekwaamheden beschikt om de te gunnen opdracht uit te voeren. Alle voorwaarden houden verband met en staan in verhouding tot het voorwerp van de opdracht.”

Artikel 67, § 3, lid 1 KB Plaatsing bepaalt: wat de verklaring van de totale omzet betreft, kan de aanbestedende overheid eisen dat de ondernemers een minimumjaaromzet realiseren, met name in het domein waarop de opdracht betrekking heeft.”

De Raad verwijst vervolgens naar de CPV-codes (Common Procurement Vocabulary) welke aanbestedende overheden toekennen aan de opdracht die ze uitschrijven, en stelt dat deze “lijken als leidraad te mogen worden gehanteerd bij het bepalen van het domein van de opdracht in de zin van artikel 67, § 3, eerste lid” KB Plaatsing. De CVP-code van de aangekondigde opdracht was “Bagger- en pompwerkzaamheden”. Volgens de Raad motiveert de aanbesteder op het eerste zicht de verdere “beperkingen en de noodzaak om deze te vertalen in financiële omzetvereisten” niet. De argumenten van de niet gekozen inschrijver hierover bleven onbeantwoord. Een en ander blijft onduidelijk ook na de aanbesteder/verwerende partij in de zaak gehoord te hebben.

De Raad beveelt de schorsing van tenuitvoerlegging van de beslissing tot vaststelling van het bestek voor deze opdracht.

Documenten