In de beide arresten gaat de Raad van State verder dan de loutere één euro morele schadevergoeding:
“Het morele nadeel werd deels door het vernietigingsarrest zelf hersteld. De verzoekende partij zet in haar laatste memorie op aannemelijke wijze uiteen dat zij een schade heeft geleden die groter is dan de symbolische één euro. Het gaat immers om de aantasting van één van haar fundamentele doelstellingen, waartegen zij daadwerkelijk is opgekomen in allerlei campagnes en juridische acties.”
Ook een deel van de campagnekosten worden mee in aanmerking genomen:
“De campagnekosten betreffende de strijd van de verzoekende partij tegen het onverdoofd slachten kunnen niet in hun geheel ten laste van het FAVV worden gelegd, doch slechts voor het deel dat aan deze zaak is verbonden.”
De erkenning van de strijd tegen onnodig dierenleed door de Raad van State kan alleen maar toegejuichd worden.