Op 19 maart 2023 trad in Vlaanderen het Regiodecreet in werking, met uitzondering van een aantal bepalingen die op 1 januari 2024 van kracht worden. Het Regiodecreet zorgt voor de decretale verankering van de referentieregio’s en definieert het concept, het toepassingsgebied, de principes en de gevolgen van regiovorming. Om tot een grotere coherentie te komen in de intermediaire structuren en de regionale samenwerking zet het decreet de lokale besturen aan tot een intergemeentelijke samenwerking, ook op het vlak van personeelsmobiliteit, binnen de thans gedefinieerde referentieregio’s.
15 referentieregio’s
Het Vlaams Gewest wordt ingedeeld in 15 referentieregio’s en iedere gemeente behoort tot 1 referentieregio. Bij welke referentieregio jouw gemeente hoort, kan je terugvinden in de bijlage bij het Regiodecreet of op onderstaande afbeelding.
De regiovorming is van toepassing op intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid. Concreet gaat het om projectverenigingen, dienstverlenende verenigingen en opdrachthoudende verenigingen (al dan niet met private deelname).
Het toepassingsgebied beperkt zich tot samenwerkingsverbanden die door de gemeenten van onderuit opgericht worden met het oog op de gemeenschappelijke behartiging van doelstellingen van gemeentelijk belang.
Verenigingen en vennootschappen voor maatschappelijk welzijn vallen buiten het toepassingsgebied van de regiovorming. Een vrijwillige aanpassing aan de regiogrenzen wordt wel aangemoedigd.
principes
Regioconform samenwerken impliceert dat gemeenten hun intergemeentelijke samenwerkingsverbanden organiseren binnen de grenzen van hun eigen referentieregio. Supraregionale samenwerking, namelijk samenwerking tussen 2 of meer referentieregio’s in hun geheel, blijft mogelijk.
Als het intergemeentelijk samenwerkingsverband binnen het toepassingsgebied van de regiovorming valt en toch over de grenzen van de referentieregio’s wil (blijven) werken, staat het dat intergemeentelijke samenwerkingsverband vrij een gemotiveerde aanvraag tot tijdelijke of definitieve afwijking van de principes van regioconform samenwerken aan te vragen. De Vlaamse Regering beoordeelt die aanvraag.
inwerkingtreding
Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die opgericht worden vanaf de inwerkingtreding van het decreet, zullen zich meteen aan de referentieregio’s moeten conformeren. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die voor die datum opgericht zijn, moeten uiterlijk 31 december 2030 in overeenstemming zijn met de principes van regioconform samenwerken.
Afvalintercommunales krijgen tijd tot 31 december 2036 om zich te organiseren volgens de referentieregio’s.
enkele praktische aandachtpunten
Het Regiodecreet lanceert 2 bijkomende instrumenten voor democratische legitimiteit van de regiowerking (naast de bestaande in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur). Enerzijds wordt de regiowerking een vast maandelijks punt op de agenda van het college van burgemeester en schepenen, anderzijds wordt de regiowerking minstens tweemaal per jaar op de agenda van de gemeenteraad geplaatst.
Het Regiodecreet wijzigt ook het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur. Vanaf 1 januari 2024 wordt zowel voor de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden als voor de verenigingen en vennootschappen voor maatschappelijk welzijn het goedkeuringstoezicht afgeschaft en vervangen door een voorafgaand niet-bindend advies van de Vlaamse Regering. Het goedkeuringstoezicht blijft wel in overgang behouden zolang een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging niet voldoet aan de principes van regioconform samenwerken.