Op 1 februari 2024 werd het nieuwe boek 6 van het burgerlijk wetboek goedgekeurd in de Kamer. Dit boek zal de artikelen 1382 en volgende van het oud burgerlijk wetboek vervangen. De invoering van het nieuwe aansprakelijkheidsrecht is cruciaal voor de modernisering van het Belgische recht. Het treedt in werking op 1 januari 2025 en zal onmiddellijk van toepassing zijn op feiten die zich na deze datum voordoen en aanleiding geven tot aansprakelijkheid. Het is daarom van cruciaal belang om op de hoogte te zijn van de veranderingen die het nieuwe boek 6 teweeg brengt. Hierbij een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.
- Afschaffing van het samenloopverbod
Binnen het nieuwe boek 6 wordt een einde gemaakt aan de samenloopsproblematiek, die in het oude aansprakelijkheidsrecht aanwezig was. Het nieuwe boek 6 heft de bestaande cassatierechtspraak op en stelt dat samenloop mogelijk is, tenzij de wet of het contract anders bepaalt.
- Regels van het nieuwe boek 6 zijn ook van toepassing op rechtspersonen.
Uit artikel 6.4 BW kunnen we afleiden dat er binnen het nieuwe wetboek geen onderscheid wordt gemaakt tussen natuurlijke personen en rechtsspersonen. Zowel publieke als private rechtspersonen vallen dus onder de werking van het nieuwe aansprakelijkheidsrecht.
- aansprakelijkheid voor gebouwen wordt afgeschaft
De aansprakelijkheid van de eigenaar van een gebouw voor de instorting ervan stond vroeger vervat in artikel 1386 BW. Binnen het nieuwe aansprakelijkheidsrecht is er geen wetsbepaling over deze specifieke materie. Hieruit kunnen we afleiden dat dit vanaf hede valt onder de aansprakelijkheid voor zaken ( Art 6.16 BW).
- Geen quasi-immuniteit voor de uitvoeringsagent.
De afschaffing hiervan heeft grote gevolgen voor bestuurders, werknemers en onderaannemers. Binnen het oude recht kon de opdrachtgever de uitvoeringsagent slechts in uitzonderlijke gevallen aansprakelijk stellen. De aansprakelijkheid van de uitvoeringsagent wordt geregeld in het nieuwe artikel 6.3 BW. Zo zal de bouwheer hierdoor vanaf 1 januari 205 op buitencontractueel vlak een rechtstreekse vordering kunnen instellen tegen de onderaannemer. Het zal dus belangrijk worden om de uitvoeringsagent eventueel contractueel te beschermen a.d.h.v exoneratiebedingen.
- Geen regeling over de aansprakelijkheid van de onderwijzers
De aansprakelijkheid voor onderwijzers (art 1383, lid 4 Oud BW) valt weg en valt in het nieuwe boek 6 onder de aansprakelijkheid voor fysieke personen en rechtspersonen belast met een duurzaam en globaal toezicht op anderen ( artikel 6.14, lid 1 nieuw BW)
- Strengere aansprakelijkheidsregeling voor ouders
Het nieuwe boek 6 voert een foutloze aansprakelijkheid in voor ouders van kinderen jonger dan 16 jaar.
- Sterkere preventieve werking
Binnen het nieuwe aansprakelijkheidsrecht is het mogelijk dat de rechter preventieve maatregelen oplegt om bijkomende schade te beperken. De bijkomende schade moet dreigen te ontstaan door herhaling of de verderzetting van een fout.
Art 6.28 BW bepaalt dat de benadeelde de kosten kan terugvorderen die hij heeft gemaakt om dreigende schade of de verergering van schade te voorkomen.
De wetgever maakt gebruik van het motto “voorkomen is beter dan genezen”.