Vlaamse milieunormen voor windmolens gevalideerd bij decreet na arrest van het Hof van Justitie

In zijn arrest van 25 juni 2020 (C-24/19) besluit het Hof dat het begrip ‘plannen en programma’s’ uit richtlijn 2001/42/EG ook betrekking heeft besluiten en omzendbrieven ‘die zijn vastgesteld door de regering van een gefedereerde eenheid van een lidstaat en die elk verschillende bepalingen bevatten over de bouw en exploitatie van windturbines.’ De richtlijn moet zo worden uitgelegd dat zulke besluiten en omzendbrieven met onder andere ‘maatregelen inzake slagschaduw, veiligheid en geluidsnormen’, ‘plannen en programma’s vormen waarvoor … een milieubeoordeling moet worden verricht.’

Het Hof besluit met te vermelden dat een rechter de gevolgen van in dit licht met het Unierecht onverenigbare handelingen en vergunningen mag handhaven indien de ‘nietigverklaring van de vergunning aanzienlijke gevolgen zou kunnen hebben voor de elektriciteitsvoorziening in de hele lidstaat in kwestie’ en dit niet langer dan strikt noodzakelijk.

Het Vlaamse Parlement ten einde een antwoord te bieden aan de rechtsonzekerheid die ontstaan is na het bovenvermelde arrest keurde het decreet van 17 juli 2020 tot validering van de sectorale milieuvoorwaarden voor windturbines goed. Het decreet werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad dd. 25 juni 2020. Het decreet geldt ‘met ingang van de datum van de inwerkingtreding ervan’ en dit tot de ‘datum van inwerkingtreding van de nieuwe sectorale normen voor installaties voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie die de Vlaamse Regering na uitvoering van een milieueffectenbeoordeling goedkeurt’ met een maximumduur van 3 jaar.

Foto : Bron : Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.

Documenten