Vlaamse Regering werkt aan “ketenaansprakelijkheid” in het geval van illegale tewerkstelling op de werf

Het voorliggend voorontwerp van decreet “tot wijziging van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, het decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004 en het decreet van 22 december 2017 houdende een premie om de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap te stimuleren” voorziet in een wijziging van artikel 12/4 van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.

De hierin thans voorziene bepaling inzake “ketenaansprakelijkheid” wordt geoptimaliseerd om constructies die als doel hebben om de verantwoordelijkheid bij illegale tewerkstelling van buitenlandse werknemers te ontlopen, tegen te gaan.

Momenteel kan reeds elke schakel – van laatste onderaannemer tot aan de opdrachtgever – worden aangesproken voor inbreuken illegale tewerkstelling op de werf, doch wordt deze uitgehold door de huidige bepalingen en dringt een optimalisatie zich op. De huidige bepalingen laten immers aan de aannemer/opdrachtgever toe om via een eenvoudige contractuele clausule de aansprakelijkheid voor illegale tewerkstelling door de rechtstreekse contractant uit te sluiten.

Dit voorontwerp van decreet voorziet in de verplichting voor een onderneming om een gepaste zorgvuldigheid te betrachten wanneer zij beroep doet op een (onder)aannemer. Als het voorontwerp van decreet wordt goedgekeurd door het Vlaamse Parlement zal de  aannemer/opdrachtgever een minimale zorgvuldigheidsplicht worden opgelegd in aanvulling op de contractuele clausule.

Om te voldoen aan deze zorgvuldigheidsplicht zal de aannemer/opdrachtgever vanaf dan verplicht zijn om de aanwezigheid van een aantal elementen te controleren, zodat er een bijkomend toeziend oog is tegen uitbuiting en misbruiken.

Documenten

Gallerij