Vlaanderen heroriënteert de subsidies voor de culturele en sociale sector: Wat is het juridisch karakter van een subsidie ?

Wat is een subsidie ?

De basisregels inzake subsidies zijn terug te vinden in de artikelen 53 tot 56 van het decreet van 8 juli 2011, het zogenaamde Rekendecreet, meer bepaald het decreet houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof.

De definitie van een subsidie vinden we in artikel 53 van het Rekendecreet zijnde: elke vorm van financiële ondersteuning die wordt verstrekt door een instantie die tot de overheid behoort, voor een door derden georganiseerde activiteit die het algemeen belang dient, ongeacht de benaming die aan die ondersteuning wordt gegeven, en ongeacht de benaming of de aard van de akte waarmee ze wordt toegekend, met uitsluiting evenwel van de dotaties die door de Vlaamse Gemeenschap worden verstrekt aan het Vlaams Parlement of aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie, en van de toelagen die worden toegekend aan de Vlaamse rechtspersonen vermeld in artikel 4, § 1, 2°.
De financiële ondersteuning kan bestaan uit de toekenning van gelden of uit het verlenen van voordelen in natura in de vorm van de uitvoering van werkzaamheden, het overdragen van goederen of het verstrekken van diensten waarvan de financiële lasten gedragen worden door de Vlaamse overheid.
Deze definitie toont duidelijk dat aan dat subsidies drie determinerende kenmerken vertonen:

a) subsidies betreffen een som geld en/of andere vermogensbestanddelen die door een overheid ter beschikking worden gesteld;

b) ten gunste van een derde;

c) voor de financiering van werkzaamheden die de subsidiërende overheid dienstig acht voor het algemeen belang.

Uit de definitie volgt dat een subsidie geenszins om niet wordt verstrekt. Het betreft derhalve geen gift. De subsidiërende overheid verwacht immers een tegenprestatie in ruil voor de subsidie, weliswaar niet rechtstreeks ten voordele van zichzelf, maar ten voordele van derden aangeduid door de subsidiërende overheid, in het kader van haar taak het algemeen belang te behartigen (zie artikel 54, eerste lid)

Indien de begunstigde van een subsidie deze subsidie niet aanwendt voor het doel waarvoor ze werd verstrekt kan de subsidiërende overheid deze subsidie terugvorderen voor de gewone rechtbanken en hoven. Eénmaal de subsidie werd verstrekt, betreft de verdere aanwending ervan een geschil over subjectieve rechten. De afwending van een subsidie is strafbaar.

 

Steeds de tussenkomst van de decreetgever vereist

Artikel 54, tweede lid van het Rekendecreet bevat ook het grondwettelijk beginsel afgeleid uit de artikelen 105 en 174 van de Grondwet dat voor de toekenning van een subsidie steeds de tussenkomst van de decreetgever (= wetgevende macht) nodig is, zijnde dat een subsidie enkel kan alleen worden toegekend door of krachtens een decreet. Dit is ook logisch aangezien een subsidie de begroting bezwaart. Er zijn twee vormen van tussenkomst mogelijk. De subsidies kunnen rechtstreeks in het decreet worden ingeschreven (= door een decreet). Daarnaast kan de wetgevende macht een kaderregeling uit te werken en volgens de toekenning zelf van de subsidie op basis deze kaderregeling toe te vertrouwen aan de uitvoerende macht (= krachtens een decreet).

Bij lokale overheden is er steeds een tussenkomst nodig van het vertegenwoordigend orgaan, zijnde doorgaans de gemeenteraad of de provincieraad.

Aan wie kan een subsidie worden toegekend ?  

Artikel 55 van het Rekendecreet bepaalt dat een subsidie kan toegekend worden aan :

1° een natuurlijk persoon die optreedt in eigen naam, of aan zijn lasthebber;
2° een vereniging of instantie zonder rechtspersoonlijkheid.
Elke natuurlijke of rechtspersoon die ten opzichte van de subsidiërende instantie optreedt als vertegenwoordiger van die vereniging of instantie kan hoofdelijk en onverdeeld aansprakelijk worden gesteld bij alle betwistingen of terugvorderingen met betrekking tot de toegekende subsidie;
3° een rechtspersoon.

 Begunstigden kunnen voor de realisatie van een activiteit een samenwerkingsverband vormen dat als dusdanig evenwel niet in de plaats treedt van de begunstigden die erin coöpereren.

In paragraaf 2 wordt gesteld dat de subsidies kunnen worden toegekend op een van de volgende wijzen:

1° als een rechtstreekse subsidiëring aan een primaire begunstigde;
2° als een getrapte of onrechtstreekse subsidiëring aan een secundaire begunstigde door bemiddeling van een rechtspersoon die optreedt als subsidiërende tussenpersoon door subsidies die hij zelf rechtstreeks of onrechtstreeks ontvangt door te geven aan een andere begunstigde.

Hierbij moeten we wel een belangrijke kanttekening maken. Subsidies aan ondernemingen kunnen staatssteun betreffen in de zin van het Verdrag op de Werking van de Europese Unie. Hiervoor is de toelating van de Commissie noodzakelijk.

 

Soorten van subsidies

Artikel 56 van het Rekendecreet maak een onderscheid tussen enerzijds een algemene werkingssubsidie, een investeringssubsidie en een projectsubsidie.

Een algemene werkingssubsidie wordt toegekend ter ondersteuning van de personeels- en werkingskosten voortvloeiend uit een structurele activiteit die een continu en permanent karakter vertoont.   Een algemene werkingssubsidie kan betrekking hebben op de volledige activiteit van de begunstigde of op een afgescheiden deelactiviteit.

Een investeringssubsidie wordt toegekend ter ondersteuning van de investeringen ten behoeve van een structurele activiteit die een continu en permanent karakter vertoont;

Een projectsubsidie wordt verleend  ter ondersteuning van de specifieke kosten voortvloeiend uit een activiteit die zowel qua opzet of doelstelling als in tijd kan worden afgebakend.
Afhankelijk van de opzet of de doelstelling van een project kan de subsidie betrekking hebben op een van de volgende kosten:  a) specifieke personeels- en werkingskosten;  b) een specifieke investering.

 

Culturele sector

De subsidies in de culturele sector wordt verdeeld op basis van twee basisdecreten zijnde enerzijds het Kunstendecreet (= decreet van 13 december 2013 betreffende de ondersteuning van de professionele kunsten; gewijzigd o.m. door het decreet van 29 juni 2018 houdende wijziging van het Kunstendecreet van 13 december 2013) en anderzijds het Cultuurerfgoeddecreet (= decreet van 14 februari 2017 houdende de ondersteuning van cultuurerfgoedwerking in Vlaanderen).

De onderstaande link naar de website van de Vlaamse Overheid geeft een overzicht over alle subsidievormen: http://www.kunstenerfgoed.be/nl/wat-doen-we/onze-subsidies