Nieuwe afstandsregels voor windmolens in Vlaamse woongebieden: in principe 3 x tiphoogte

Tot voor kort was er geen decretaal kader waarin expliciete afstandsregels werden vastgelegd voor windturbines in woongebieden. Er was louter een niet-bindende omzendbrief dat een kader bood. Hierdoor moest er telkens een in concreto belangenafweging gemaakt worden, hetgeen rechtsonzekerheid met zich meebracht. De enige regel was dan ook: zolang er een beperkte hinder bestond door de windmolens, diende aanvragers van een omgevingsvergunning geen minimale afstand tussen windturbines en woningen te respecteren.

Deze rechtsonzekerheid wilt Jo Brouns (Vlaams minister Omgeving) nu definitief naar het verleden sturen. De nieuwe richtlijn werd reeds bevestigd door de Vlaamse Regering op 23 mei 2025 en vastgelegd in een Omzendbrief.

De nieuwe regel luidt dan ook als volgt. Windturbines dewelke hoger zijn dan 200 meter en die in woongebieden komen te staan moeten minstens drie keer haar tiphoogte verwijderd zijn van de dichtstbijzijnde woning. Bij het niet-respecteren van deze afstand, zal geen vergunning verleend kunnen worden. Hierbij volgt België het voorbeeld van haar buurlanden, Nederland en Duitsland.

Alhoewel de regel zeker voor meer rechtszekerheid zal zorgen bij vergunningsprocedures, zijn er wel enkele addertjes onder het gras te vinden. Zo is het ten eerste mogelijk om gemotiveerd af te wijken van de standaardafstand. Indien een ruimtelijke of landschappelijke studie kan aantonen dat de windmolen geen negatieve impact heeft op de goede ruimtelijke ordening, hoeft de basisregel niet nageleefd te worden. Zo zal er steeds maatwerk moeten gebeuren én zal een studie noodzakelijk zijn. Ten tweede blijven de bestaande milieunormen van kracht in industrie- en havengebieden. Hier worden geen bijkomende afstandsvereisten voorzien. Echter kunnen in die gebieden ook woningen voorkomen, waarvoor dan weer wel de afstandsregels zullen gelden. Het beleidsmatig toepassen van de nieuwe regeling zal dus niet zo simpel zijn als het lijkt.

Bovendien is een omzendbrief geen wet of verordening op vlak van rechtskracht. Afwijkingen blijven mogelijk, mits een afdoende en goed onderbouwde motivering. Echter zullen de richtlijnen in de praktijk wel van groot belang zijn bij toekomstige vergunningsprocedures. Projectontwikkelaars zullen hun plannen regelmatig op deze richtlijnen moeten afstemmen, desondanks de formele afwijkingsmogelijkheid. Ontwikkelaars zullen dus in de toekomst over de keuze van locatie, haalbaarheid en de vergunningsstrategie grondig moeten nadenken.