Onvoldoende mobiliteitsmotivering leidt tot vernietiging omgevingsvergunning

Desondanks de pertinente bezwaren over het verkeersaspect, geuit tijdens het openbaar onderzoek, liet provincie Limburg na een grondige motivatie te verlenen. De motivatie luidde dat de bestaande ontsluitingswegen, de Landweg, ““geïntegreerd zal worden als volwaardige ontsluitingsweg met dubbele rijrichting waarbij deze zal verbreed worden – waar nodig – in grasdallen binnen de rooilijnen en dat de snelheid zal worden beperkt tot 50 km/u”. Dit is zeer abstract, zo oordeelt de Raad. Uit de vergunningsbeslissing blijkt niet wat concreet bedoeld wordt, alsook niet welke delen van de weg verbreed zullen worden. Dit is strijdig met de materiële motiveringsplicht, hetgeen waarborgt dat voor elke administratieve beslissing in rechte en in feite aanvaardbare motieven moeten bestaan, dewelke steunen op werkelijk bestaande en concrete feiten die relevant zijn en met de vereiste zorgvuldigheid vastgesteld werden, alsook dat deze motieven pertinent zijn en de beslissing naar recht en redelijkheid verantwoorden.

Op basis van het dossier zou enkel het deel van de Landweg grenzend aan het project verbreed worden met 5 meter. Er wordt niet verduidelijkt waarom enkel het grenzende deel voldoende zou zijn om een volwaardige ontsluitingsweg te maken. Er werd immers gesuggereerd dat het overige gedeelte van de Landweg, deels liggend op het grondgebied van Maaseik, heringericht zou moeten worden. Dit werd zo bepaald door de mobiliteitsstudie en voorwaardelijke goedkeuring. Hierover biedt de vergunning geen duidelijkheid, noch garanties.

Tot slot wijst de Raad er ook op dat de provincie geen duidelijkheid schept over de opmerkingen van de bezwaarindieners over de keuze voor grasdallen en het ontbreken van veilige infrastructuur voor fietsers en voetgangers.

De provincie Limburg krijgt nu 3 maanden de tijd opnieuw te oordelen over de vergunningsaanvraag, waarbij ze rekening dient te houden met de uitspraak van de Raad.

Documenten

Italian Trulli

Gallerij